Na een ochtend met een laatste doorloop verzamelden we ons om tien minuten voor 8 uur achter het koperen hek, uit het zicht van het publiek dat massaal was gekomen. Ruim 500 mensen zaten, net zo gespannen als wij, te wachten op wat er komen zou. Klokslag 8 uur, het grote licht in de koorkerk dimde langzaam, het geroezemoes verstomde en het eerste lied “Beati Mortui”, waarmee wij de mensen herdachten die ons de laatste honderd jaar zijn ontvallen, galmde werkelijk door de enorme ruimte van de kerk en het eerste kippenvelmoment was een feit. Toen was het even spannend, zou het publiek de aanwijzing in het programmaboekje gelezen en gesnapt hebben? Jawel, het werkte perfect, het bleef muisstil tot dat de eerste mannen op het podium verschenen, toen barstte er een enorme ovatie los (de eerste van nog velen). Voor het eerst konden ook wij koorzangers de overvolle ruimte aanschouwen en genieten van al die blije en verwachtingsvolle gezichten die ons aanstaarden.
Het concert was begonnen!
Na het welkom door onze voorzitter zong het koor het nieuwe geschreven clublied, “Mijn Liedertafel”, op de melodie van Widerspruch van Schubert en op tekst van ons koorlid Simon Koomen
Ook de toespraak van onze beschermheer kon rekenen op veel bijval. Hij noemde ons ambassadeurs van de stad door optredens te verzorgen in en buiten Gouda, zelfs tot ver buiten de landsgrenzen.
Daarmee was de weg open voor de rest van het programma.
Het liep fantastisch, de glimmende blik van Han-Louis Meijer, die constant duimpjes gaf en bleef lachen. Het fantastische pianospel van Femke, het kleinkoor dat voor de eerste keer zich echt kon presenteren, de soloregels, zoals Han-Louis dat noemt, liepen goed en voor we het wisten liep het tegen het einde van de eerste helft. Toen werden de koperblazers opgeroepen hun plaatsen in te nemen en kwam de spanning weer terug. Het “Ave Maria” van de componist Tosti, dat een cadeau aan het koor was van dirigent Han-Louis Meijer, werd door Liesbeth Reijerkerk, die overigens fantastisch presenteerde, aangekondigd. De eerste tonen werden ingezet, de eerste noten klonken, het ging goed en op een hapering hier en daar na, hebben we het gezamenlijk tot een goed einde gebracht. Daarna werd het “Nessun Dorma”, uit volle borst gezongen en was het tijd voor even rust.
Na het luiden van de bel liepen de eerste mannen fier, in de nieuwe outfit en onder luid gejuich van het publiek, trots door het middenpad terug naar het podium. De mannen van het combo, Peter de Vries aan de piano, Vincent Kroon op drums en Arie Schilling op de basgitaar, zaten al klaar en onder het tromgeroffel van Vincent namen we onze plaatsen weer in om met Conquest of Paradise het tweede deel te openen. Zoals afgesproken, stonden de stemgroepen op het door Han-Louis aangegeven moment op en dat samenspel werd door het publiek heel erg gewaardeerd hoorde ik later. Het tweede deel was spetterend en bruisend, voor ieder wat wils en met steeds veel bijval uit het publiek.
Het sluitstuk van dit fantastische concert was “I did it my way” van Paul Anka. In het laatste couplet, bij het zingen van de laatste woorden “We did it our way” kreeg ik al een brok in m’n keel, maar toen ruim 500 man tijdens het slotapplaus spontaan “Lang zullen ze leven”begonnen te zingen, kwamen de tranen, van opluchting en ontroering.
“We did it our way” al honderd jaar en we hebben laten zien dat we klaar zijn voor de toekomst!
Wat een prachtige en feestelijke avond. Was het perfect? Nee zeker niet, maar het is ook perfect om niet perfect te zijn, zolang je het maar met heel je hart doet.